Het Zeeuws Orkest zorgt voor afwisseling en ontspanning

concert  Wat heb je gezien

Gehoord: 4 april Terneuzen, Scheldetheater.

Het Zeeuws Orkest (HZO) heeft zich in het Nieuwjaarsconcert en het Voorjaarsconcert 2025 eens lekker uitgeleefd. De musici spelen met zichtbaar plezier en het publiek krijgt een uitgebreid repertoire te horen van ontspannende muziek.

In de uitvoering zit wel een rode draad, niet echt Roaring Twenties, maar wel muziek die te maken heeft met de periode waarin de improvisatie, de jazz, en niet te vergeten de charleston hun intrede deden in de muziek, en dan vooral in Amerika. De lijntjes naar de States van Europese componisten werden subtiel aangeduid in de Carnaval ouverture van Dvorák en Polovetser dansen van Borodin. Heerlijk optimistische muziek met een lekker ritme, soms feestelijk, af en toe een beetje zwoel. De Polovetser dansen schreef Borodin voor de opera Prins Igor. Dansen waarin het temperament van de verleidende vrouwen en de hitsige mannen goed uitkomt. De spanning werd prima doorgevoerd en het was heerlijk om te luisteren naar de soli van de klarinet, piccolo, fluit en koperinstrumenten. Deze exotische dansen met een zweem van sensualiteit zijn geweldig georkestreerd door Borodin, spannend en vitaal. Je ziet als het ware het ballet voor je, en je snapt waarom Diagilev en zijn dansers in 1909 hiermee zowel succes als verontwaardiging oogstten.

Soliste, sopraan Laetitia Gerards zong voor de pauze de aartsmoeilijke Sheherazade liederen van Ravel. Ravel componeerde deze op teksten van Tristan Klingsor, in verschillende versies. Hij liet zich inspireren door het Russische oriëntalisme (Rimsky-Korsakov), en Debussy, en zorgde voor een evenwicht tussen muziek en tekst. Alle drie de liederen: Asie, La flûte enchantée en L’Indifférent zijn langzaam van tempo en vergen een perfecte techniek van de vocalist. Gerards bracht de liederen technisch knap, sfeervol en met expressie, haar Franse uitspraak is niet perfect, maar die kan heel gemakkelijk verfijnd worden. De meeste indruk maakte op mij de interpretatie van ‘De toverfluit’, mede door de dromerige inbreng van de fluitsolo. Ook ‘De Onverschillige’, klonk expressief en liefdevol.

Na de pauze was er plaats voor de invloeden van de film, de jazz en de musical in Amerika.

Het brengen, zowel instrumentaal als vocaal, van al die verschillende stijlen en emoties, leek voor mij (in mijn rijke verbeelding) op een uitgebreid lopend buffet. Allerlei verschillende smaken en kleuren werden aangeboden. Kleine hapjes waarvan de een smeuïg pikant was en de ander verraste en naar meer proefde.

In de Cuban Ouverture van Gershwin herkende je de schwung van zijn melodieën, het belang van de klarinetinbreng en vooral de percussie. De muziek van Florence Price, de Afro-Amerikaanse pianiste en componiste was verrassend. Vooral die pikante pizzicati met die direct daaropvolgende dissonante strijktoon, waren geweldig. Fijn dat HZO haar eens in de schijnwerper zet.

Laetitia Gerards tapte uit een ander vaatje met musical- en filmliederen. Amerikaanse muziek uit de jaren na de Eerste Wereldoorlog. Deze keer zong zij met microfoon en dan klinkt alles heel anders. Zij heeft als zangeres nog geen keuze gemaakt tussen het klassieke- en musicalgenre. Ze zong met grote inzet Happy Talk en I am in love van het bekende duo Rodgers&Hammerstein en het ritmische It don’t mean a thing. De techniek (nodig voor klassieke muziek) is merkbaar en die laat ze ook niet los. Ik zou haar graag eens horen in een intiem liedrecital. Zou heel verrassend kunnen zijn.

Voor het publiek is dit concert een uitgebreide proeverij van vele kleine hapjes. Vele smaken, en interessante combinaties. Geniet er maar van.   

Jeanette Vergouwen-de Caluwe